Hoe helpt een taaluitwisseling bij talen leren?
Uit onze eigen ervaring weten we dat taaluitwisselingen super nuttig zijn om een taal beter onder de knie te krijgen. Maar we wilden ook kunnen onderbouwen waarom dat zo is. Daarom lazen we het boek “How languages are learned” (geschreven door Patsy Lightbrown en Nina Spada en uitgegeven in 2013 bij Oxford University Press). Dit boek vat tientallen jaren van onderzoek naar talen leren samen.
Dit is wat we hebben geleerd:
Het boek vertrekt vanuit de kennis over het aanleren van de eigen moedertaal. Dit proces verloopt volgens bepaalde patronen die heel gelijkaardig zijn voor alle kinderen en talen. Ook worden alle kinderen uiteindelijk vloeiend in hun moedertaal.
Bij het leren van een vreemde taal is dit niet zo. Er zijn namelijk enorme verschillen in omstandigheden: de leeftijd waarop je start met het leren van de vreemde taal, of je de taal voornamelijk op school leert, of door in een anderstalige omgeving te leven, hoe groot je motivatie is, de didactische methode, je moedertaal, …
En hoe zit het nu met taaluitwisselingen?
1. Het hoeft niet te verbazen dat het aantal uren blootstelling aan de vreemde taal cruciaal is. Wanneer je een taal enkel op de schoolbanken leert en er verder weinig mee te maken krijgt, verloopt het leerproces erg traag, en leer je de taal nooit vloeiend spreken. Je moet dus op zoek naar manieren om met de vreemde taal in contact te komen buiten de schoolbanken. Zoals bijvoorbeeld op taaluitwisseling gaan.
2. Motivatie speelt een grote rol bij het leren van een vreemde taal. Als je vrienden hebben die de vreemde taal spreken, ben je al vanzelf gemotiveerd om ze beter te leren spreken. Hier hebben taaluitwisselingen een streepje voor op taalkampen. Op taalkamp zit je namelijk meestal samen met kinderen of jongeren die jouw moedertaal spreken.
3. Elke persoon heeft de mogelijkheid om een vreemde taal vlot te leren spreken. En dit hangt helemaal niet samen met je punten op school! Als je met iemand in een vreemde taal contact hebt, is het belangrijkste hoe vlot je uit je woorden komt – met of zonder fouten. Dus laat je niet afschrikken door fouten in je taal, en zeg gewoon je ding!
4. Tijdens een taaluitwisseling heb je voornamelijk heel gewone gesprekken. Deze gesprekken zorgen ervoor dat je kennis van de vreemde taal – die wel ergens in je hoofd opgeslagen zit – ook makkelijker naar boven komt. Met andere woorden: je leert je vlot uitdrukken in de vreemde taal. Taalfouten afleren doe je meestal wel sneller op school.
5. Elke fase in het leren van een vreemde taal kent zijn eigen typische taalfouten. Gelukkig moet je geen schrik hebben dat fouten “blijven hangen”. Wanneer je een volgende fase bereikt, verdwijnen deze fouten vanzelf. (En maken ze soms plaats voor andere taalfouten.) Tijdens je taaluitwisseling moet je dus niet bang zijn om fouten te maken. En omgekeerd: wanneer je met een anderstalige optrekt, mag je haar of zijn taalfouten gerust over het hoofd zien – zolang je elkaar maar begrijpt.
6. Taal heeft ook te maken met cultuur. Daardoor is het bijna onmogelijk om een taal echt helemaal onder de knie te krijgen zonder in de cultuur ondergedompeld te worden. Hoewel je je misschien grammaticaal perfect uitdrukt, kan je soms je boodschap toch niet overbrengen. In het boek heet dit: “Communication breakdown”. Op uitwisseling leer je niet alleen de taal, maar maak je ook kennis met de cultuur. Weer een goede reden voor een taaluitwisseling!